Kocht jij samen een woning vóór het huwelijk, en betaalde jij meer dan je partner? Dan moet je dit weten.
Stel je voor: je koopt samen met je partner een woning. Jij betaalt de gehele koopsom van €300.000 van de woning, je partner niets. Om die reden leggen jullie in een samenlevingscontract vast dat jij een vergoedingsrecht hebt op je partner van € 150.000.
Later trouwen jullie — zonder huwelijkse voorwaarden – dus automatisch in beperkte gemeenschap van goederen (sinds 1 januari 2018). Wat gebeurt er dan met het bedrag dat jij tegoed hebt van je partner?
Tot voor kort dachten veel mensen (en ook rechters) dat de schuld aan jou “verdwijnt” in de gezamenlijke pot. Gevolg: je raakt de helft van jouw extra inbreng kwijt, dus er blijft slechts een bedrag van € 75.000 over. Oneerlijk? Zeker. En daar heeft de Hoge Raad nu iets belangrijks over gezegd.
Supreme Court
De Hoge Raad oordeelt[1]: nee, de extra inbreng halveert niet door het trouwen in de beperkte gemeenschap van goederen.
Waarom? Omdat volgens de Hoge Raad deze schuld — welke ontstaat doordat de ene partner de gehele koopsom heeft voldaan van een vóór het huwelijk gezamenlijk verkregen woning — niet op grond van art. 1:94 lid 7 BW in de huwelijksgemeenschap valt.
Wat betekent dit?
- Als jij vóór je huwelijk meer hebt betaald aan jullie gezamenlijke woning, dan blijft dat verschil (jouw vergoedingsrecht) bestaan, ook ná het huwelijk. Hierbij is wel van groot belang dat de afspraken goed zijn vastgelegd, zoals in een samenlevingsovereenkomst;
- Je raakt je recht op terugbetaling in dat geval dan niet kwijt, ook al trouw je in beperkte gemeenschap van goederen;
- Dit geldt ook voor situaties waarin één van jullie vóór het huwelijk meer heeft afgelost op een gezamenlijke lening voor bijvoorbeeld een verbouwing. Ook hierbij geldt dat het van groot belang is dat de afspraken goed zijn vastgelegd, zoals in een samenlevingsovereenkomst.
Waarom is dit van belang?
Veel partners denken dat wanneer zij samen een woning kopen en later trouwen, het uiteindelijk allemaal ‘wel goed komt’. Maar degene die meer heeft ingebracht, kan bij een scheiding voor een vervelende financiële verrassing komen te staan.
Deze uitspraak biedt iets meer duidelijkheid en bescherming voor de partner die meer heeft ingebracht: de extra inbreng kan beschermd blijven, mits de afspraken hierover goed zijn vastgelegd.
Tips voor de praktijk
- Leg je inbreng goed vast en bewaar bewijsstukken. Denk bijvoorbeeld aan bankafschriften, koopakten of een onderlinge overeenkomst;
- Maak duidelijke afspraken. Stel een samenlevingsovereenkomst en/of huwelijkse voorwaarden op waarin ieders inbreng wordt benoemd.
Heb je vragen over jouw situatie? Neem gerust contact op.